Het is de vierde zomer waarin ik niet reis.
Mensen reizen vooral om op te laden, en om te ontdekken.
Vroeger reisden wij veel, en ik ben blij dat ik het gedaan heb. Maar voor mij betekende het ook een grote bron van stress. Als ik nu terugdenk aan reizen, dan denk ik aan hoe ik, als zelfstandige, al mijn werk voor en na de reis moest proppen. Aan het opzoekwerk en de organisatie van de reis, en ook aan de grote kost die het met zich meebracht.
Ik denk dat het klopt dat het interessant kan zijn om nieuwe dingen te ontdekken, en om (familie)banden aan te halen. Maar als ontspanning deugt het voor mij niet.
Wat me opvalt, de laatste tijd, is dat mensen vaak vragen: Wanneer ga jij op vakantie? En niet: Ga jij op vakantie?
Dat is sterk veranderd, vergeleken met hoe mijn grootouders één maal in hun leven naar Lourdes gingen, en verder niet reisden.
Als ik kijk naar mijn ecologische voetafdruk, en al de reizen die ik al maakte, dan voel ik dat ik wel genoeg gereisd heb. En het voelt goed om nu gewoon hier te blijven.