Er is het ritme dat we vinden
en regen die de zeeën maakt
alleen een klok om op te winden
een aardbei die naar aardbei smaakt
Er is de hartstocht die we ruilen
die we verdrinken als gemis
wanneer we weer verkrampt verschuilen
en leven soms als ziek zijn is
Wij zijn de grote, volle zonnen
die schijnen door een piepklein gat
wij zijn de dalen en de bergen
en toch, we tonen ons graag plat