Creatief

Jarenlang had ik een hekel aan de term “creatief”. Als iemand zei: “Wat ben jij creatief!”, dan kwamen mijn nekharen recht. Dan werden er duizend woorden in mijn buik gevormd, een groot betoog om aan te geven dat ik niet creatief was. Maar een teveel aan woorden maakte er een bol van. Die ketste eens tegen mijn middenrif en veroorzaakte een schamper lachje. Niemand die kon vermoeden hoe beledigd ik me voelde.

Jarenlang associeerde ik creativiteit met boetseren in zoutdeeg, poppetjes maken in macramé of andere knutsels uit een knutselboek. Mensen die me goedbedoeld benaderden met een vrachtlading WC-rolletjes, lege yoghurtpotjes en de woorden “Jij knutselt toch graag” had ik gerust van de trap willen duwen.
Maar dat heb ik nooit gedaan, want zo creatief was ik dan wel. Om te zoeken naar manieren om mijn boosheid te kanaliseren. Of mijn blijheid. Mijn dromen. Mijn verlangen.

En eigenlijk draait creativiteit daar om.
Op die manier wil ik graag creatief zijn. Schilderen, schrijven, muziek maken, dingen monteren (nooit met zoutdeeg, zelden met crêpe-papier). Dingen die zich in mijn atelier kunnen vormen, er tijd voor krijgen en die ik daarna naar buiten draag.

Mijn atelier is het paradijs.

En ondertussen heb ik ook begrepen dat anderen creativiteit niet noodzakelijk met zoutdeeg associëren, dat ik soms te snel boos werd.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Reacties zijn gesloten.