Vreren

Vannacht droomde ik over Vreren en over het huis waar we ooit woonden. In mijn droom speelden we in de tuin en deden we ons best om de bal niet bij de aardappelen te sjotten en niet op straat. Niet alleen in mijn droom deden we dat, het was de wet bij ons thuis. We liepen tussen de hoge rijen maïs, tot bij Clement, om te kijken of die geen kip aan het slachten was. Als dat wel zo was, dan keken we maar met één oog. Het andere hielden we gevangen in onze handen. Kinderen weten hoe ze spanning moeten doseren. Trouwens, in mijn droom waren we weer kinderen. Mama hing de was aan de lijn en als de tractor met vergif langskwam moesten wij alles gauw naar binnen halen. In mijn droom hoorde ik het razen van de auto’s op de Luikersteenweg niet. Het was er een beetje stiller dan het vroeger was.

Vanochtend werd ik wakker zoals elke ochtend, tot nu toe. Ik weet niet waarom ik over Vreren droomde, ik denk dat ik die rust mis omdat Singapore zo druk is. Een hoofd zoekt steeds naar een evenwicht, dat is een dankbaar systeem. Want later, als ik meer rust krijg dan me lief is, dan droom ik over Singapore. Over honderd hoofden in een hawker centre. Dan proef ik de verrukkelijke smaak van talen die ik niet versta. Dan aai ik katten met halve staarten en kijk ik lachend naar de kinderen, weer vol van kattenkwaad.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Reacties zijn gesloten.