Bij het begin van onze laatste week

het is ochtend je zegt:
de keukenrol is op maar
we gebruiken wel wc-papier
het is de moeite niet meer

de koffie is op en
dus drinken we thee
(of dat toch maar niet nee)
een week dat is nog wat

vakantie kan zijn
we gaan naar een pretpark
de zoo en de zee
vullen een koffer met warmte

en die nemen we mee

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Receptenboek

Dit deed ik al kind al: Mijn dromen typen, op de schrijfmachine van mijn grootvader. Daar tekeningen bij maken en de blaadjes aan elkaar nieten. Vooraan schreef ik de titel, mooi in afwrijflettertjes. Ik noemde het boek en dat deed grote mensen lachen.

Maar ik wist beter.

Nu doe ik net hetzelfde, maar dan anders. Ik bundel tekstjes, maak er tekeningen bij, giet het in een pdf en zet het op een blog.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Een zolder met een paardenmolen

Vorige week werkte ik een hele namiddag in Haw Par Villa. Ik maak er geen geheim van dat ik die plaats zou willen bezitten. Daar zat ik dan, onder een ruim afdak aan een roze tafel. Het regende en ik zat droog, én het uitzicht was wonderbaarlijk. Voor me stonden gipsen beelden van tijgers en jachtluipaarden met ogen van glas. Er was geen mens te zien, het hele park was van mij en de woorden rolden uit mijn vingers. Is dit het ideale atelier? vroeg ik me af.

Maar met het stoppen van de regen, druppelden de eerste bezoekers naar binnen en ik wist dat ik dat in mijn atelier niet zou verdragen. Mijn ideale atelier zou wel degelijk van mij moeten zijn. Bezoekers zouden alleen welkom zijn als ik voor hen de deur had geopend. Mijn atelier zou ook binnen moeten zijn, net groot genoeg om een paardenmolen in te herbergen. Met paarden die op en neer gaan en keiveel lichtjes. En overal zouden slingers met gekleurde lampjes hangen, in geel, groen, blauw en rood. Maar een bureau zou ik ook niet kunnen missen. Met daarrond een paravent, om niet te veel afgeleid te worden door de paardenmolen en de lampjes. En jachtluipaarden! En tijgers! Van gips, geverfd in zwart en oranje, met ogen van groen glas. Midden in het atelier zou een toren moeten staan met een internetverbinding. Zodat ik die toren moet beklimmen om op het internet te kunnen, kwestie van mijn concentratie niet te vaak te verliezen. En genoeg verf bij een schildersezel in de vorm van een echte ezel. En een drukpers! En een oude typemachine.

Die toren, bedenk ik plots, dat zou niet kunnen op mijn zolderkamer. Maar al de rest? Wel ja… misschien. Wie weet?

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Bonkende boosheid

Met een buik vol boosheid kwam ik naar hier. Het was geen grote boosheid, het waren er vele kleintjes.
Ik had me weer blij willen schrijven. Ik liep over straat, had te warm en bestelde koffie die me uiteraard niet afkoelde.

De tafel was geel van vrolijkheid en de stoelen liefhebbend rood, het had me kunnen opbeuren maar dat deed het niet. Rond me stonden of zaten mensen te hard te praten. Er kwam niet veel op mijn blad.

De boosheid in mijn buik bleef bonken. Ik liep naar huis en vroeg me af waarom iedereen zo leek te slenteren. Daarom nam ik een andere weg – die omgeleid bleek door werken. Ik vloekte. Niet voor het laatst.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Door een wc-rolletje kijken naar augustus

Dan slaap ik weer in het donker. Ik lig op mijn rug, steek mijn hand naar boven, open mijn ogen en zie niks. De rolluiken zijn zo dicht als ze maar zijn kunnen, dan. Er zijn weer rolluiken.
Het gevoel ben ik al bijna vergeten, maar het brood dat we dan eten heeft een korst. Het brengt de geur van bakkerij tot bij ons thuis en is knapperig én zacht. Het woord “spons” komt dan niet eens bij me op.
De kruimels kunnen we weer stofzuigen, dan. Want dan hebben we een stofzuiger, en een fiets en een afwasmachine. Boodschappen worden dan weer door Collivery gebracht of met de wagen gehaald. Dan moeten we niet elke dag naar de Fair Price lopen.
Mijn voeten zullen slippers missen, maar missen nu soms het klakken van hakjes.
Mijn vel zal weer witten, wat niemand zal zien onder de mooie kleuren van mooie kleren.
Mijn trein (mijn!) zal weer naar Antwerpen rijden, naar Brussel en naar Hasselt. Op mijn trein kan ik weer gesprekken afluisteren en eten en drinken zoveel ik wil.

Even vergeten wat we achterlaten en door een wc-rolletje kijken naar augustus.

Natuurlijk is het 33°C dat we achterlaten, hawker centres en omgeven worden door een zwembad. En duizenden levens achter honderden ramen, en aapjes in de straat. En gezichten! Met lachende wangen – maar die neem ik mee in een plek achter mijn ogen. En ’s avonds in de donkerte van rolluiken, dan draai ik mijn ogen om.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS