Over dingen die gebeuren

Er was niemand om haar tegen te houden toen ze, doorheen de wilde distels, de tuin van haar buurman inliep en zorgvuldig over de geplaatste wolfijzers heenstapte.
En ineens stond ze daar, oog in oog met haar vijand. ‘Ik kom mijn bal halen,’ zei ze. Ineens viel het haar op dat de man die voor haar stond amper groter was dan zij.
De man keek haar aan zonder knipperen, minutenlang.
‘Waar is mijn bal?’ vroeg ze
‘In de keuken.’ Hij zei het zonder intonatie, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
En zo liep zij zijn keuken in, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
Een buldogachtige hond kwam aangelopen, met in zijn muil een stukgebeten gele bal.
‘Die is van mij!’ riep ze uit. ‘Geef terug!’
Het dier kwispelde en legde de bal gewillig voor haar voeten.
‘Braaf,’ zei ze met lage stem. Want ze wist dat je een hond best zo toespreekt.
‘Heb je hem gevonden?’ vroeg de buurman die net binnenkwam.
Ze knikte alleen, daarna zwegen ze allebei.
‘Morgen is het Nieuwjaar,’ zei ze tenslotte om het ijs te breken.
Het leek de man niet mee te vallen om daar een antwoord op te verzinnen. ‘Ga maar naar buiten langs de voordeur,’ zei hij na een tijdje.
Ze wuifde toen ze vertrok, en hij wuifde terug.

(Het is niet compleet onmogelijk dat dit zich vandaag afspeelde, ergens. Die dingen gebeuren.)

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Ergens ben ik hoopvol

Het jaar keert me de rug toe, kondigt met luide stem aan dat hij vertrekt en nooit meer terug zal komen.
Ik glimlach, zoals mijn moeder het me geleerd heeft. Ik blijf beleefd en zeg zijn beslissing te respecteren.
Hij staat er nog, in al zijn onvolmaaktheid, beslist onknap en met een mondmasker.
Ik draai me al om, in mijn hoofd start de monoloog die ik hem zou willen voorschotelen. Dat ik blij ben dat hij gaat, dat hij vooral ellende met zich meebracht, dat hij een egoïst is en dat ik me wel zal redden. Daarbij zal het volgend jaar zeker veel beter zijn.
Vanuit mijn ooghoek zie ik hem. In al zijn onvolmaaktheid, de eenzaamheid die in hem schuilgaat, het belerende vingertje, de beschuldigingen naar anderen toe. In de kromming van zijn rug zie ik ook iets van tederheid, van vriendschap die intens werd, ideeën die concreet werden, en van liefde, ook al is die in wezen ongrijpbaar.
Hij houdt de deur al open, klaar om te vertrekken. Door de opening zie ik het volgende jaar staan, hij draagt een mondmasker. Knap kan ik hem niet noemen, maar hij draagt een mondmasker, misschien valt het wel mee. Hij draagt een groene trui, misschien heeft hij wel aandacht voor de natuur. Misschien houdt hij van festivals, van samen dansen en van muziek? Er is niets aan zijn houding dat dat tegenspreekt….
Ik hou me schrap en ben er niet gerust in, maar ergens ben ik hoopvol.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Net als de anderen

Ook ik heb een smartphone
een bankkaart, een fiets
regenweer maakt me knorrig
en soms huil ik om niets
Ik snij de korsten van kaas
daarna eet ik ze op
het meest hou ik van koekjes
met chocolade erop
Ik heb één simpel wachtwoord
dat gebruik ik altijd
en altijd als ik haast heb
ben ik mijn sleutels kwijt
Johnny Depp vind ik knap
en Jacques Brel vind ik goed
ik zou meer willen sporten
maar vind meestal geen moed
Vaak vergeet ik de koffie
die ik net had gezet
en ik vind het niet fijn als
iemand me hoort op toilet
Ik zou door afval sorteren
het klimaat graag veranderen
maar blijf veel consumeren

Ik ben net als de anderen

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS