Een vogel op de grond

Het is alweer even geleden dat ik dat bericht kreeg van Jo Huylebroeck. Of hij me wat inspiratie mocht sturen. Aan inspiratie geen gebrek, maar het maakte me wel nieuwsgierig. Even later kreeg ik een foto van een bijzonder stukje mos tussen vier stenen. Benieuwd of je wat met deze muis kan doen, schreef hij.

De muis kroop eerst over mijn arm en dan erin. Het schrijven ging vanzelf. Verder bracht het twee dingen bij me teweeg: ik keek al uit naar de volgende foto die Jo zou sturen en ik ging anders naar de dingen rondom mij kijken. Ik telde de gezichtjes in de stenen, trapte niet langer op kauwgomdiertjes op de grond en vond de vlekken door de kinderen gemaakt met confituur soms erg mooi.

Ook schrijvers Stefan Boonen en Bart Janssen gingen aan de slag met de bijzondere foto’s van Jo.
Momenteel is ons werk te zien in Diksmuide:

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Overwinnaar

Ik ben een overwinnaar.
Vandaag wel, en maar liefst voor een half uur.
Al tientallen keren was ik met de kinderen voorbij deze plek gewandeld. Het trok me aan omdat het magisch leek om hier te schrijven.
Nu doe ik het.

Dit is een hawker centre. Dat is niet zo bijzonder in Singapore, we eten er elke avond. Maar nu zijn we hier niet. Nu ben ik hier. Alleen. Ik drink koffie die geen koffie is.
In België trek ik overdag regelmatig naar een café om er te schrijven. Maar dit is anders. Ik observeer even en noteer: Dit is een groot afdak, links van me staan kraampjes met eten en drank, rechts staan tafels met plastic stoelen waarop mensen zitten. Die ik niet ken. Achter me schalt een televisie. Het klinkt als Chinees (alles wat hier niet als Engels klinkt, klinkt voor mij als Chinees).
In België kleden mensen zich op om naar een café te gaan. Hier zie ik zelfs mensen in pyjama. Het hawker centre is zowat het verlengde van hun woonkamer. Je verstaat dat het moed kost voor mij om in andermans woonkamer binnen te dringen.

Maar het inspireert, ik kijk zo graag naar mensen. Hoe ze met stokjes eten, aan hun rug krabben, hun vingers aflikken en hun huiswerk maken. Ze kijken ook naar mij, dat is een faire deal. Ik trek mijn slippers uit, bijt nog meer aan mijn pendopje en neem me voor om nog terug te komen.

 

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

De vijf

Wij hebben ze verslonden, vroeger, die boeken van De Vijf.
Nu lees ik ze voor aan mijn kinderen. Ze genieten (misschien even hard als ik).

 

De vijf

in je ogen
een masker dat
glimt als het goud
uit een boot die
wij roeien

avontuur met
een hond de vier
kinderen soms een
kromzin maar
ach!

wie geeft
daar nu om nu
we dit land hier nu
hebben en alles
voor ons nu
alleen

zes spiegelogen
capterend
ontvangen
verschalkt
genoten

kunnen de wereld
verbeelding
en  feesten!
oneindig vergroten

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Schetsen in Fort Canning : Bijzonder en bizar

Het is bevreemdend om de zon te zien opkomen in Singapore. Om vijf voor zeven is het nog donker, om vijf over zeven klaar. In zijn stiptheid en efficiëntie lijkt de zon op de Singaporezen.
Het was best spannend om op 18 april om kwart voor zeven in een donkere straat te lopen, om even later op de metro te zitten, richting Fort Canning.

7.56 uur: aankomst in Bras Basah, zonder smart Phone  (ik haat die dingen!) om de weg te vinden, maar gewapend met een wanhopige blik. Zelfs zonder de weg te zoeken, vroegen voorbijgangers me steeds opnieuw of ze konden helpen. Dankzij deze vriendelijke hulp kwam ik niet lang daarna aan op het punt waar we met een groepje tekenaars zouden beginnen aan onze Sketching Walk.

Singaporezen zijn zo stipt dat er al een lichte paniek ontstond toen de laatste op de lijst om vijf minuten voor het afgesproken uur nog niet daar was. Maar dankzij de fantastische smart Phone was hij gauw opgespoord en konden we mooi op tijd beginnen.

Vanaf dat moment ging alles zeer snel. Het is altijd weer een bijzondere ervaring om met creatieve mensen meteen die klik te voelen. Om te weten wanneer je iemand kan aanspreken en wanneer je beter je mond houdt. Om je begrepen te voelen wanneer iemand in je schetsboek piept en niets zegt.

Wij leerden schetsen zonder onze pen van het blad te halen en amper naar het resultaat te kijken. Heel simpel, maar het was een openbaring.

 De voormiddag vloog om. Op de metro telde ik de muggensteken die ik kon zien: 43. Later bleken het er nog meer. Bizar hoe dit me schetsend ontgaan was.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Pasen

 

Pasen zal dit jaar een beetje anders zijn:

geen paasei
zal je vinden

niet als je wacht
niet als je zoekt
niet op het grast

dit jaar huppelt
de haas naar de
koelkast

een ei
wil warmte
van een pluimenbil
maar te is te
tenzij

je ’t drinken wil

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

De zorg waarmee mijn oma las

“Stupeur et tremblements”, het boek van Amélie Nothomb is uit. Met een ongelooflijke voldoening schuif ik de iPad weg. Dit boek deed me afwisselend glimlachen en luid lachen.
Even later vraag ik me af hoe ik me dit boek later zal herinneren aangezien ik geen fysiek boek las. Meestal lees ik gewone boeken. Ik mishandel de boeken die ik lees. Dat is de reden dat ik zelden geleende boeken wil, ik voel me er ongemakkelijk bij. Wat van mij is behandel ik op mijn manier. Dus, ik heb het recht om hoeken te plooien, ruggen te breken, te onderlijnen, aan te vullen, met rode wijn te besprenkelen of met koffie te bedruipen. Aan de staat van slijtage herinner ik me achteraf het boek. Zal ik me het lezen van een e-book later ook herinneren?

Hoewel ik er zeker van ben de kleindochter van mijn oma te zijn, heb ik haar manier van lezen niet geërfd. “Qui lit ne s’ennuie jamais”, zei ze. Zelf zie ik geen verband tussen lezen en verveling of het ontbreken ervan.
Op gezette tijden trokken mijn grootouders naar de bibliotheek van Hannut. Ik herinner me dat alleen mijn oma boeken mee naar huis nam. Mijn opa maakte kruiswoordraadsels om zich niet te vervelen. Ik zie het stapeltje vergeelde boeken nog voor mijn ogen, op de keukentafel. Eén voor één werden ze met krantenpapier gekaft. Daarna kregen ze een plekje bovenop de koelkast.

Het was pure meditatie om mijn oma te zien lezen.
Na haar middagdutje, op een keukenstoel, links van de koelkast. Haar voeten rustend op een andere keukenstoel.
Ze had lange, knokige vingers. Handen waar dikke aders over liepen. Als ze las, werden haar vingers pincetten die elke bladzijde met de grootste zorg omdraaiden. Ze droeg een bril als ze las. Iets waar ze zich anders te mooi voor voelde (“On m’appelle toujours la belle de chez Joskin”). Ze zag er zo ook mooi uit!
Helemaal anders dan ik, luid lachend achter die iPad bij het lezen van dat boek van Amélie Nothomb.

 

 

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Wandelen met een overzeese Chinees

Momenteel werk ik een roman af. Het is de derde die ik schrijf. Dat is niet veel, er mogen er nog meer volgen. Toch meen ik er nu al een proces in te herkennen.
Ik zie een gezicht dat stilaan een lichaam krijgt.
Een personage zonder stem komt naast me staan, loopt een eindje mee en begint dan toch te spreken: ‘Ik volg je niet meer.’
Of ik niet met hem mee zou gaan?
Ik stem toe. Onder mijn voorwaarden: tot daar en niet verder.

Soms beslis ik terug te keren. Ik ben de baas. Soms niet. Het is de derde keer dat ik meeloop.
Ik twist met mijn personage. Hij wil geen problemen, maar ik dring aan. Geen probleem is geen verhaal.
Hem in de steek laten doe ik niet. We maken alles samen door, van begin tot einde.

Het is een lange wandeling die eindigt op een uitkijkpost. We bekijken het verhaal. Dat doen we samen, maar ik beslis. Wandelen we er opnieuw over? En opnieuw, en opnieuw. Zie ik het bos nog door de bomen?
Bij mijn eerste roman “Wildgroen” vond ik het de moeite. We wandelden 20 à 30 kilometer per dag en kwamen na 775 kilometer weer aan de uitkijkpost. Telkens werd het zicht beter. Toen we uiteindelijk niets meer  konden zien, stopten we.
De tweede roman die ik schreef, hield op na twee rondes. Ik rolde de landkaart op en verborg die in een schuif. Misschien kan het ooit nog dienen. Als kladpapier.

“Twee tafels naast elkaar” is de titel van de roman die ik nu opnieuw bewandel. De wandeling was niet zo lang en niet zo zwaar. Singapore is warm en vochtig maar ook vlak. We hebben de pagode beklommen, Dong Jian Xin en ik. We kijken en hopen dat het goed wordt.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Poppengevoel

Eentje heette Josette. En dan waren er nog Olivia en Sofie.
Beren of knuffels had ik niet, ik was een poppenmoeder. Het idee dat sommige kinderen echt geloofden dat ze vader of moeder waren van een beer vond ik absurd. Ik had echte kinderen die in echte bedjes sliepen.

Natuurlijk sprak ik met hen. Zonder een antwoord te verwachten, baby’s kunnen immers niet spreken.
Ik hield ze voorzichtig in mijn armen en voelde hun pijn als ze door mijn broer tegen de grond gekwakt werden.
Olivia was een Schildkröt die kon huilen, ze heeft me vaak tot wanhoop gedreven. Haar heb ik nog altijd. Ze heeft overal rode streepjes en zelfs groene onder haar neus. Bloed en snot, het hoort bij het leven.

Soms duwde ik mijn vingers in hun ogen, de pijn vergetend. De ogen van Sofie gingen een beetje naar achter als ik duwde. Dat gevoel zit nog steeds in mijn geheugen. Net als de stugge haarstoppels van Josette, waar ik een beetje had bijgeknipt. En de kleine harde vingers, die putjes maakten in mijn vingertjes.
Poppen, die hebben wel degelijk gevoel.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Beoordelen van tekeningen en manuscripten (over groeien en laten groeien)

Ik lees graag, gelukkig! Boeken, tijdschriften, blogs en kranten om te ontspannen en om van bij te leren. Mijn eigen teksten om ze beter te maken en teksten van anderen… ook om ze beter te maken.
Naast zelf schrijven en tekenen, kijk ik teksten en tekeningen na voor het afstandsonderwijs. Ook in workshops probeer ik bruikbare feedback te geven op het werk van anderen. Of ik doe het, als daar vraag naar is, via deze website.
Dagelijks beoordeel ik meerdere inzendingen. Al is dat eigenlijk geen oordelen.

Wat ik voor mezelf eigenlijk als doel zie, is het stimuleren van de andere door hem via feedback een stap verder in de goede richting te laten gaan.
Ik zal dus niet op ieder detail wijzen omdat dit, naar mijn gevoel, eerder verlammend dan stimulerend werkt. Leren schrijven of tekenen vraagt veel tijd. Al die tijd moet je gedreven en op een fijne manier geprikkeld blijven om verder te doen. Stap voor stap. Ik probeer mensen te wijzen op concrete werkpunten, maar ik wijs ook op wat al goed gaat. Artiesten hebben applaus nodig, ze verdienen dat. Ik vind ook dat artiesten op ieder niveau mogen functioneren. Is het een hobby? Fijn! Wil je uitgroeien tot een professional? Als je doorzettingsvermogen hebt kan dat.

Of het leuk blijft, al die teksten, al die tekeningen? Ik vind van wel. Het gaat niet alleen om teksten en tekeningen, maar ook om mensen die dezelfde passie delen als ik. Als ik ze zie groeien, voel ik me ook een beetje trots.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

De enthousiasmedoserende machine

Niet elke leuk idee moet een boek worden. Zo ver sta ik nu wel. Vooral omdat mijn hoofd gekweld wordt door de meest uiteenlopende ideeën. Het kaf van het koren scheiden is moeilijk en vraagt tijd.
Soms heeft het een lamleggend effect op mij. Me smijten op ideeën, zoals vroeger, durf ik niet meer. Het zou wel eens een slecht idee kunnen zijn. Of erger nog: een matig.
Toch voel ik dat ook te veel voorzichtigheid niet deugt. Dus heb ik een enthousiasmedoserende machine bedacht waarin ik ideeën stop om ze er pas later weer uit te halen. Hebben ze het overleefd, dan mogen ze naar de volgende ronde. Vroeger heette zo’n machine gewoon schetsboek, maar nu probeer ik mezelf ernstiger te nemen.
Soms smijt ik me nog hoor, zonder wachten, zonder kijken. Machines zijn niet feilloos, en dat is maar goed ook.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS