Bergaf

Regelmatig maak ik een afspraak met “mijn” pianolokaaltje in het STUK (http://www.stuk.be/). Om ernaartoe te fietsen kan ik kiezen tussen een weg met veel kruispunten waarbij ik altijd net iets te lang twijfel om door te rijden, tot grote ergernis van iedereen, of een stuk bergop. Daardoor zie ik er altijd even tegenop om te gaan.
Maar eenmaal opgesloten in dat kamertje vergeet ik de ergernis of het zweet. En daarna gaat alles bergaf.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Een trilogie op mijn manier

Schrijven en tekenen zijn voor mij vaak pogingen om een beetje meer grip te krijgen op de wereld rondom en binnenin. Soms volgt er daar een publicatie op, vaak ook niet.
De laatste jaren werd ik regelmatig geplaagd door angsten. Kleine dingen, die wel lastig kunnen zijn. Er is best veel waar ik bang van kan worden: honden, gesloten kamers, te veel licht, harde geluiden, aanhoudende geluiden, sterke geuren, te veel mensen, te volle treinen.
Ik schreef erover, ik tekende erbij, verzamelde in schriftjes, dan in dozen. Soms denk ik: misschien is dit toch wel herkenbaar voor anderen, maar als ik ernaar terugkijk blijkt het veel kleiner dan ik het me herinnerde. En soms schrijf je zo’n stukje dat als een soort magneet werkt. Het zuigt andere delen naar zich toe, bundelt en wordt zo groter. Op die manier ontstond onlangs de dichtbundel “Waar de monsters nu naartoe zijn”.

Die bundel trok op zijn beurt drie kinderverhalen aan. Verhalen die ook gaan over overprikkeling, bang zijn, zoeken naar jezelf. Thema’s die ook voor kinderen herkenbaar zijn.
Samen vormen deze drie verhalen een kleurrijk boekje met 75 geïllustreerde bladzijden. Het krijgt de titel “Waar de wolven nu naartoe zijn”.

In dezelfde reeks en in hetzelfde thema volgt nog een novelle, hierover binnenkort meer.

Op de foto zie je de drukproef van het nieuwe boek, het “echte” komt eraan (want wolven lopen snel).

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Omdat vlinders als dromen zijn

Vorige week, toen de vermoeidheid van elke dag workshops en lezingen geven voelbaar werd, droomde ik me een vleugelpiano in een boomhut. Ik weet niet of zoiets technisch haalbaar is, maar de akoestiek moet geweldig zijn. De rust ook. Ik droomde me een week in mijn eentje, tussen de bladeren en de vogelnestjes. Mijn piano en ik.

De grote drukte is voorbij. Niets belette me om vandaag van mijn atelier een boomhut te dromen. Van de duiven op het dak vogeltjes in takken, en van mijn Casio klavier een vleugelpiano.
Al die fantasie, dacht ik toen, daarmee zal mijn boekhouding niet in orde geraken. En ik deed mij boekhouding, correctiewerk en voorbereidend werk. Of hoe een mens zo stom kan zijn om zijn kleine droompjes zelf op te sluiten.

Halverwege de dag herpakte ik me. Ik ging via de trap naar mijn boomhut, sloot de deur, begroette de duiven die hun best deden takken te veinzen, en stak de stekker van mijn vleugelpiano in.  Zo vloog ik weg (voor maar liefst een uur, maar ik beeldde me in dat het een week was, het leek net echt).

Daarna maakte ik dit filmpje. Omdat vlinders als dromen zijn, die we soms zelf opsluiten.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Dak

Ik zie een dak in mijn hoofd
waar ik in blijf wonen
met vleugelpiano
met lucht hoog genoeg voor mijn rug
waar een wolkje geen hemel wil zijn
en wind waait de onrust
voorbij

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Piratenspel

Het stormde hevig, met workshops in Keerbergen, Poperinge, Merelbeke, Mechelen, Oud-Heverlee en Zwijndrecht. Maar wij piraten, wij zijn daarvoor gemaakt.
Ondertussen hoor ik weer zeemeerminnen zingen. Dat wil zeggen dat de windkracht opnieuw naar de 9 toegaat. Minstens.
Door de telescoop zie ik nieuwe workshops en zelfs nieuwe boeken. Ik neem een slok rum, spuug in mijn handen en sta al klaar bij het roer. En als het stormt, dan zal ik zingen, de zeemeerminnen overstemmen. Dan stuur ik mijn plank doorheen woeste baren. Want noodweer leidt naar echte schatten: de lach van een kind dat eerst wat droevig was, acht armen rond je buik (maar heel anders dan van een octopus), een tekening met hartjes,… Schatten uit schepen die je niet hoeft te plunderen. En dat is goed, want eigenlijk ben ik geen echte piraat. Ik speel het alleen maar.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS