Hoe moeilijk het is een paard te tekenen

hier tekende ik gras
die streepjes in het groen
en boven in de hoek
een zon met zonnestralen
rood geel
rood geel
rood geel
daaronder ook een regenboog
en op het gras
vier poten
dat is nog maar een deel

dat moet een paard gaan worden
eerst at hij van het gras
toen bracht hij me naar jou toe
omdat jij er niet was
soms moest hij kunnen vliegen
je was niet vaak dichtbij

maar nu ben je er wel
hier is mijn zwarte viltstift
(want ik vind zwart wel! mooi)
toe teken je nu eens
een paard
speciaal voor mij

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Jeugdherinnering

Ik ben het kind

met te kort haar
met dikke bril met ooglap op
met kleren van mijn grote zus
met altijd spelen met de pop
met babypoesjes en parkieten
met zakje aan mijn boekentas
(alleen als ik in mijn broek plas)

ik ben het kind
van bril verstoppen
van haren knippen van de poppen
van driewieler op huisjesslakken
van mooie boekentas afpakken
van zoeken naar mijn grote broer
van samen spelen in de koer

en zoals elke kind van drie
ben ik gewoon poëzie

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

De stenensmijter

- hij is niet knap of fijnbesnaard
hij is van kuit tot kruin behaard
- daar zie ik echt geen graten in
zolang hij meer lief is en zacht
- jammer genoeg dat is hij niet
grommelt alleen een donderlied
hij zoekt naar kinderen
gooit met stenen
tot ze dikke tranen wenen
- toch als hij wel een grapjas is
is het met hem nog niet echt mis
lelijke man die gooit met stenen
die kleine kinderen steeds doet wenen
maar die de beste grappen kent
dat is voor mij ook wel een vent
- oh! maar helaas hij zeurt alleen
zelfs als het raak is met die steen
- is hij wel handig? kan hij zagen?
(of kan hij dat van jou verdragen?)
- nee hoor hij heeft
twee linkerhanden
twee schele ogen
kromme tanden
niet groter dan een chihuahua
hij is geen mens en ook geen beest
de man waarover je nu leest
is stenensmijter van beroep
hij is de held van alle vrouwen
die wel van stenensmijters houden

zelf vind ik hem eerder een last
dus stop ik hem maar in de kast
waar hij dan zelf een gang kan graven
naar stoute kinderen
en naar brave

in mijn hoofd vindt hij een plekje
op de kaart een piepklein vlekje
waar stenen als zeepbellen zijn
die doen geen enkel kind echt pijn
ik geloof wel dat dat bestaat
als hij met zijn klunzig graven
de weg vindt naar mijn rechteroor
en zo mijn fantasie ingaat

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

De slechten, dat zijn de anderen

Vroeger was de wereld ordelijk
en ieder had zijn plaats
iedereen deed alles samen
en niemand was de baas

en toen
kwam dat gezin daar
zes honden en een kat
en de vader van die kudde
mocht best wel eens in bad
lange vette haren
maar toch een gsm
en de moeder van die bende
die had nogal een stem!
altijd aan het roepen
op een kind of op een hond
maar ze paste wel bij hem:
zo vettig als zijn haar was
zo vet was ook haar kont

het gras stond wel een meter
dat had je moeten zien!
maar die grote televisie
die kostte vast veel meer nog
dan een grasmachine
en ‘s avonds barbecueën
verpestten zij de sfeer
eerst was het rustig buiten
daarna beslist niet meer

zo stil
ze zullen slapen
en het is pas negen uur!
nu gaan wij barbecueën
maar wij doen dat
beschaafd hoor
en altijd zonder
vuur

Inspiratie voor die gedicht vond ik opnieuw bij Brel:

(Ik breng het lied niet helemaal foutloos – maar mensen moeten niet foutloos zijn. Dat is toch wat ik in dit lied hoor.)

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Le port d’Amsterrrrrrrrdam

Ik schreef al eerder dat muziek me sterk kan inspireren. In het schrijven, in het schilderen.
Gisteren bekeek ik filmpjes van live optredens van Jacques Brel. Zijn muziek is iets dat ik niet kan bevatten. Er zit iets dwingends in. Het is moeilijk om er naar te luisteren zonder er iets mee te doen.

Vanmiddag probeerde ik Le port d’Amsterdam te spelen.

Vanavond probeerde ik er één beeld bij te bedenken (klik op de afbeelding als je ze groter wil zien).

Nu laat ik Brel rusten zodat hij mij ook met rust laat.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

(Gedachte bij het zien van konijntjes is het Middelheimmuseum)

ik ben als de staart van een konijn
wit onderaan
zodat ik soms zichtbaar
kan zijn

ik wou zijn rug zijn
zacht en rond
of alle vier poten
lang achteraan
maar dat zijn zo poten
waar iemand als ik
niet lang op kan staan
een trillende snorhaar
een neus op en neer
een oor
lang en smal
(ooit was ik dat wel
maar dat ben ik niet meer)

ik ben meer dat staartje
hang er gewoon aan
maar loopt hij naar achter
dan sta ik wel vooraan

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Een verhaal over wat schilderen zozeer de moeite maakt

Hij schilderde doeken die niemand mooi vond. Hij schilderde een slipper die op een briefomslag leek, een appel met een vlag op en een stofzuiger. Avonden vulde hij daarmee en hij vroeg nooit iemand om zijn mening. Toch zeiden mensen dat ze er niet van hielden. Mensen houden zelden hun mond, mensen willen kwetsen. Liever kwetsen dan gekwetst worden.

Toen de deurbel ging deed hij niet open. Maar de buurvrouw kwam binnen via de achterdeur die altijd open stond. Ongevraagd kwam ze in zijn schilderkamer. Ze keek hem lang aan. Net zo lang tot hij toevallig even haar richting uitkeek. Op dat moment opende ze haar mond om er een welgemeende ‘bah!’ uit te duwen. Waarna ze zich omdraaide, een pot met sanseveria’s omduwde en weer in haar huis verdween.

‘Mag ik je schilderijen zien?’ vroeg zijn zus die op bezoek kwam.
‘Wil je geen koffie?’
‘Jawel.’
Toen hij haar een kopje gaf stelde ze haar vraag: ‘Waarom doe je dat?’
‘Omdat iedereen het doet. Omdat ik er geld mee verdien en omdat het me meer aan water en elektriciteit zou kosten als ik de hele dag thuis zou zitten.’
‘Maak je daarom van die lelijke schilderijen?’
‘Ik dacht dat je het over mijn werk had.’

Omdat hij gehoord had dat het kon, kwam een jongen langs de achterdeur naar binnen. Zo vaak had hij zijn moeder vol afschuw over de schilderijen van de buurman horen vertellen.
En omdat de buurman nog niet thuis was, nam hij alvast limonade uit de koelkast. Daarna ging hij aan de keukentafel zitten wachten.
Even later kwam de man binnen, hij droeg een grijs pak en blinkende schoenen.
‘Hallo, ik ben Bram, de buurjongen,’ zei de jongen.
‘Hallo,’ zei de man. ‘Wil je limonade?’
‘Heb ik al.’
De man knikte, trok zijn pak uit en deed iets aan dat er oud en versleten uitzag.
‘Mag ik je schilderijen zien?’
‘Waarom niet?’
‘Het is waar,’ zei het kind. ‘Net zo lelijk als mijn moeder vertelde. Waarom doe je dat?’
‘Waarom doe ik wat?’
‘Schilderen.’
‘Omdat dat mag.’
‘Waarom maak je geen mooie schilderijen?’
‘Omdat dat niet moet.’

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Waarom mijn schildpad nog steeds geen naam heeft

vandaag doop ik mijn schildpad
Anastacia morgen weer Mirthe
daarna Marie Melanie Anaïs
maar zeker geen Jos of André
omdat ze een ze
dus wel een meisje is

ooit was ze Amanda Katrijn en ook Griet
dat maakt haar niet boos nee
ze heeft lieve ogen
ze heeft een sterk schild
maar oren die heeft ze
dus echt nog steeds niet

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS