twee ijzers in mijn billen voeten vliegen van de grond eerst hou ik nog het zadel vast zo kijk ik naar je rug van jas een vorm die aan me trekt zo hard en dan durf ik pas – laat het zadel los omarm je warme rug zo fietsen wij tezamen weer van de school terug
Van die eerste zonnestralen onthoud ik vooral de boeiende tegenstellingen:
De mensenstroom die twijfelt tussen spaghettibandjes en een wollen trui.
Een jong meisje dat vrolijk voorbij huppelt op gele ballerina’s en de moeder, kreunend onder het gewicht van te veel meegebrachte jassen en truien.
Onze kinderen in de tuin, terwijl ik in de kelder zit.
En de vrolijkheid die er is in die donkere kelder!
Want gisteren kocht ik een nieuwe ukelele, een tenor (beetje groter, beetje luider).
Tijd voor een rondje Ukelele anthem:
Jaja, het is soms een beetje vals, maar zo hoort het eigenlijk.
de stoppels restjes maïs een veld door ploeg gehaald kamille een koolwitje meikever laat verdwaald ernaast loopt de betonweg onder mijn stapgeluid ik duik en laat me drijven ik zwem de wereld uit dan draai ik weer een blad om nog verder verder weg denk niet meer aan beton of grijs aan bang zijn of aan pech ik zie alleen die velden een boom een wolk een wei daarna kom ik terug dat is een boek voor mij
wat we niet bespraken omdat er geen woorden waren die een vinger legden op toetsen plastic snaren of verhalen vlekken verf dat vind ik in mijn kamer
Eerste probeersel op een keyboard. Het is goedkoop en klinkt niet geweldig. Maar ik hou van goedkoop. Ik hou van een kamer vol prullen waar ik iets van kan maken.
Wat het mag zijn wat het voor mij mag zijn? een wit een lang gesneden de helft dan van een groot? want we hebben geen klein voor u mevrouw? voor u mevrouw meneer? een appel- of een kriekenflap of abrikoos? want appels en zelfs krieken dat hebben wij niet meer en jij klein kind heb je wel centjes mee? ik wil zo’n koek met pudding ach ja ze zijn maar klein dus ik geef je er twee dag mevrouw dag dag mevrouw meneer het is al halfzeven bruin heb ik nog wel maar wit is er niet meer Ze gaat naar huis want hij wacht daar op haar ze veegt bloem van haar trui kamt nog eens door haar haar Wat het mag zijn wat het voor mij mag zijn ik vraag een groot volkoren en zij geeft me een wit en dat is ook nog klein voor u mevrouw voor u mevrouw meneer? een appel- of een kriekenflap ik kan u niet echt helpen dat hebben wij niet meer en jij klein kind kreeg je wel centjes mee? dat is vijf cent te weinig zo werken wij niet nee ik geef je heus niets mee dag dag mevrouw dag dag mevrouw meneer het is al halfzeven dus sluit ik nu de deur mijn hart dat doet zo’n zeer
De laatste tijd schrijf ik zowat dagelijks een lied. Een gril misschien, nieuwe dingen zijn altijd leuk. Maar het voelt toch erg vertrouwd.
In mijn visuele hoofd zijn liedjes voegen.
Hoofdstukken en verhalen, dat zijn stenen. Wezenlijke onderdelen. Samen vormen zij een muur, en muren zijn dan weer boeken.
Liedjes gaan over de dingen die te klein zijn om boeken mee te vullen. Maar ze zijn wel zeer geschikt om het geheel mee te binden.
Covers spelen blijft ook tof. Je eigen versie zoeken van een liedje dat al duizendmaal gecoverd werd. Dit is zeker zo’n liedje:
Het doet me plezier regelmatig van leerkrachten te horen dat mijn e-books in de klas gebruikt worden op een digibord.
Ik vind het leuk om af en toe, tussendoor, een verhaal uit te werken om te gebruiken in één van mijn workshops. Ook dit is zo’n verhaal. Gebruik het gerust! (Of lees het in je eentje.)
En heb je interesse in een workshop van mij? Kijk dan eens bij “Workshops” of contacteer me volledig vrijblijvend.