Sneeuw

Bomen zwaar van wit
herkennen
ondergaan
Hun armen blijven open
veel vingers
aan een tak
geen rimpeling van schors
die zucht wanneer de sneeuw
er zomaar eentje brak

Een boom verliest zijn pluimen
wordt oud maar
blijft wel staan
De stengel die ik ben
met trillende neusvleugels
trekt winterkleren aan

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Mijn eigen paradijs

De sterren doven stil
of luid met een explosie
daarna blijft alles ongemoeid
het doet maar even pijn
Ze zeggen dat je daarna
als pleister op de wonde
in een ander bestaan
veel beter af zal zijn

Stel ik het me graag voor
die plaats waar alles goed is
die plaats van altijd blij
zo heel speciaal voor mij

Waar mensen zoals ik
houden van blauw en rood
want zij die van grijs houden
gaan ergens anders dood
Waar radio wordt gemaakt
alleen maar met Renaud
The Dresden Dolls en Brel
wie dus een andere smaak heeft
gaat naar een ander deel
dat moet dan wel
We zitten samen rond een vuur
en drinken rode wijn
o, hou jij meer van wit?
dan moet je elders zijn
Op die plek zijn er geen wagens
iedereen is net als ik dus
bang van dat geraas
wie autorijden wil
kan er niet bij helaas
We zullen er fijn tekenen
en ik schrijf elke dag
maar als jij beter bent dan ik
weet ik niet of je binnen mag

Dat wordt mijn eigen paradijs
waar jij dus niet mag komen
Bekruipt me het gevoel ineens
dat ik nog voor een lange tijd
op aarde hier blijf wonen

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Broeden

Het zijn eenvoudige muziekjes die ik bedenk.
Bij gebrek aan beter. Maar ik geniet van de beperking. Ik heb nog geen manier om te noteren wat ik doe, dus ik onthoud. En ik film omdat andere opnameapparatuur niet voorhanden is.
Toch weet ik niet of het prettiger is om virtuoos te spelen en dan een fantastische opname te maken. Misschien wel. Nu vind ik het fijn om wat te spelen op het gehoor. Daar maak ik dan een opname van en ik luister met mijn ogen dicht. Om te kijken.

Ik zag een vogelnest, met een broedend musje.

Ik wacht
tussen de takken
heb al namen bedacht
nu al bijna twee weken
Al bijna
dus ik wacht

Op vier kralen met spikkels
maar ook mijn vlees en bloed
Om je schild af te werpen,
verzamel eerst nog wat moed
Zal de wereld je liggen
er is storm er is wind
maar een graantje voor velen
en maar één die het vindt

Ik zie twijgen die zwaaien
hou je warm voel de bries
omarm je met mijn vleugels
maar het past niet precies
Schiet ik nu al te kort
maar ik voel het is tijd

Hoorde een eerst krakje
Naakt maar
Vol tederheid

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Strabisme

Dat mijn ogen goed zijn, zegt de oogarts. Bijzonder goed. Ik zie ver en dichtbij. Ik zie kleuren, blije gezichten, stilaan een beetje grijs verschijnen in mijn haar, gaten in mijn sokken, die frons op je voorhoofd, het ongeduld van de dame achter me aan te kassa.
Alleen dieptezicht, dat heb ik niet.

Als kind droeg ik een bril. (En dat was ook de reden dat ik toch nog eens op controle wou.) Ik was een erg schele baby. Nu kijk ik nog een beetje scheel, maar dat vind ik niet erg. Het hoort bij me, ik zou me ontwricht voelen als dat ineens anders was.
Toen ik drie jaar was werd ik geopereerd aan strabisme. Daarna kreeg ik een bril en moesten mijn ogen afwisselend afgeplakt worden om een lui oog te vermijden.
Mijn broer deelde dat lot, wij waren de brilapen.
Wij moesten samen naar de oogarts.
Wij verstopten onze bril in de zandbak.
Wij hadden een bril die regelmatig gerepareerd werd met Pattex of met bruine tape.
Het schept een band.

Dat mijn ogen goed zijn, zegt de oogarts. Doordat er vroeger zo goed afgeplakt werd.
Dank u, mama. Alweer.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Bomen

Hun woorden drongen tot haar door
hadden haar hard gelaagd
onbuigbaar tot de kruin
en alles wat nog soepel was
had zich tot tak en blad gemaakt
Zo was zij boom geworden
omdat ze zelf niet kwetsen wou
al werd ze hard
al was dat waar

Hij trok zich aan haar op
zocht schaduw in haar zijn
en brak hij eens een tak
dan deed dat minder pijn
dan wat haar vroeger
zo deed harden

Vertelde zijn verdriet
Begreep zij zonder spreken
Zo werd ook hij een boom
om niet te moeten breken

Uit een vingeroefening kwam een melodietje, daaruit kwam dit gedicht.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Expo De Bottelarij – Wellen

Het is 1 januari.
Toen ik gisteren ging slapen was het eigenlijk al ruim vandaag.
Uitslapen is iets dat ik niet kan. Ik heb dat nooit gekund, als ik wakker ben blijven liggen. Altijd heb ik dan honger, en dorst, en moet ik dringend naar toilet, en denk ik aan alles wat ik beter kan doen dan te blijven liggen.
Zo ook vandaag, na drie uur slapen.
Er stond nochtans niets op het programma, schilderen zag ik nog wel zitten. Ik koos het grootste doek dat ik had omdat dat een groot deel van de dag zou kunnen bedekken.
Morgen gaan we mijn werken ophangen in Wellen, waar ik deze maand, samen met andere illustratoren zal tentoon stellen. Het werk dat ik vandaag maakte gaat mee, het zal er passen denk ik.
(Klik op de afbeeldingen om ze groter te zien.)

De expo gaat door van 3 tot 31 januari, in de Bottelarij in Wellen (Ulbeekstraat 21) www.aksi.be

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS