NA DIK ZEVEN JAAR

Een kleine groep van gemotiveerde mensen die zich in een sneltempo ontwikkelen, daarmee kom ik in contact als ik schrijfcursus geef. Dat dit voor mij een luxe is spreekt voor zich!

De blozende wangen, tongpunt tussen de tanden, gebogen houding, ogen die stralen en voorhoofden die zweten, er is geen enkele groep geweest die me koud liet, ik denk zelfs dat ik met elke cursist ergens een band heb opgebouwd. Daarna laat je weer los, met een beetje weemoed, je vergeet maar houdt toch altijd een beetje contact en leeft mee met de successen die gehaald worden. Na dik zeven jaar schrijfdocent zijn, is dat het gevoel dat ik erbij heb.

Maar ik ga minderen, misschien op termijn zelfs stoppen. Meer dan tijdgebrek moet daar niet achter gezocht worden. Mijn tongpunt komt niet meer vaak genoeg tussen mijn tanden en mijn ogen stralen nog, maar dan als ik met kaarsrechte rug het serieuze werk aan de computer doe. Ik schrijf nog genoeg, maar verlies me te weinig. Vanaf nu ga ik weer op trot, ik neem de trein naar plaatsen van vroeger en zoek de inspiratie weer van toen. Naar het kerkhof van Visé en Glacier Pam-Pam, naar de Place Saint-Lambert of gewoon wat rondhangen aan het Noordstation. Dus als je me daar ziet met blozende wangen, ogen die stralen en zweetdruppels op mijn voorhoofd, denk er dan het jouwe van en loop gewoon verder.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

7.30 uur – Brussel-Noord

Een man duwt een stapel met broodjes om, legt alles met rappe handen terug en rept zich op hoge benen weg. Nietsvermoedend kiest een dametje een van de broodjes uit, betaalt en stapt elegant als een koorddanseres in de richting haar hoogstpersoonlijke spoor.
Dit is de reden waarom ik een trein later neem, om hier nog een koffie te kunnen drinken, dit nog te zien en het op te schrijven.
Ik ben een schrijver, en actief op zoek naar de graten in het alledaagse.

Schilderen werkt anders voor mij, dat is een douche in mijn hoofd. Water spoelt de woorden weg, de lieve en de boze. Boze woorden verdwijnen naar de zee, wat overblijft druppelt zacht naar het blad. Daarom kan ik geen van beide missen.
Een man met een aktetas komt binnen, steekt een vrouw voorbij, bestelt koffie en betaalt met een briefje van vijftig. Ik schrijf het op, straks zal ik het weg schilderen.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

AVONDRODER

Als al je bloed samenkomt – vijf liter samengebald tot één punt – dat is het begin van iets nieuws.
Afgelopen weken en maanden had ik om de twee dagen een bloedneus, het bloed liep gewoon uit me weg. Een prop verloren energie in een zakdoek. Maar vanuit mijn zakdoek kroop het weer mijn lichaam binnen. Altijd naar dat éne punt.
Bloed als een achtbaan, dat in brede, achtvormige banen rondcirkelt.
In de wagentjes zitten, twee aan twee met stevige schouderbeugels, de glucose, lipiden, hormonen, kooldioxide en zuurstof. De achtjes worden kleiner en dan is er het wonder. Het nieuwe begint. In één punt: rood.
Wat je ermee moet? Je smijt het in de lucht. De zon schrikt zich een bult, alles wordt rood. Avondrood.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

AVONDROOD

 

Welkom in deze piepkleine tuin vol beelden en boeken, een stadstuintje van nog geen voorschoot groot maar wel heel hoog. Dit tuintje komt tot aan de hemel. Die is mooi en rood: avondrood.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS