Hou je jas aan
maar ga zitten,
kijk me enkel vluchtig aan
spreek alleen met halve zinnen
want ik zal toch niets verstaan
vind me moeilijk te begrijpen
vind me warrig
vind me niet
doe alsof ik niet mezelf ben
het maar schijn is,
wat je ziet
Niets is simpel te begrijpen
nu we zoveel ouder zijn
Probeerden we aldoor te groeien
maar al bij al bleven we klein

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Eikels blijven boeien

Wat een ontdekking dit jaar, die van de eetbare eikel.
Nog niet zo lang geleden, in de herfst, ontdekten we dat (en hoe) je eikels kan eten.
We maakten er meel van voor pannenkoeken en wafels (dat stukje kan je hier lezen).Sindsdien staat dit met grote regelmaat op ons menu, en de eikelvoorraad blijkt haast onuitputtelijk, want al die tijd bleven we eikels rapen en die bleken altijd nog heel goed te zijn. Tijdens deze paasperiode raapten wij trouwens geen eieren maar wel eikels. Die hebben vaak al scheuten, maar dat maakt ze niet minder lekker.

Nu er ook daslook in de tuin staat, wou ik graag pesto maken. Liefst een goede voorraad om dan te wecken. Omdat noten duur zijn, en we doorheen de voorraad okkernoten uit de tuin zitten, bedacht ik dat het goed zou zijn om de noten te vervangen door eikels. Die hebben ook een nootachtige smaak, dus waarom niet?
Het eerste probeersel was lekker, maar nog niet optimaal. Dit maakte ik met eikel, daslook, olijfolie en zout. Niet slecht, maar iets te scherp van smaak. Vandaag verbeterde ik het recept door er brandnetel aan toe te voegen. De smaak van brandnetel past heel goed met het zoutere.

Voor het eerst experimenteerde ik ook met wecken. Omdat het maar om een vrij kleine hoeveelheid ging, deed ik dat niet in de weckketel maar in een gewone kookpot. Hoe het met de houdbaarheid zit, is nog een beetje afwachten, maar ik heb alvast voldoening aan die experimenten.
We aten buiten, tussen al die verschillende jonge planten, de avondzon op ons gezicht. Nooit gedacht dat ik van zoiets zo zou genieten. Maar kijk, genieten is het wel.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Liedje

Als je wil dansen in een nacht
zo koud dat ook de maan
wat zon verwacht
En geen ster bereid om te wat schijnen,
alleen lucifers die verkleinen
dan verdwijnen

Maar het lied in je lijf houdt aan
boort zich doorheen het ijs
En vindt ze dan een stemmetje
dan kleurt de zwarte nacht wat grijs
versnellend als een danspas eerst
maar weer door zinloosheid vertraagd

Dan voel je je zo’n liedje
dat wel mooi is
maar waar niemand echt
om vraagt

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Avond

De avond valt niet, hij vleit zich rond me. Vermomd als ganzendons, als de vlammen in de kachel en het glas rode wijn.
Was de ochtend me al lief, de avond is me liever.
Avond vraagt geen aandacht, hij toont de dag: voordien en daarna.
Op een avond mag je liggen. Je mag de tranen huilen die je overdag niet mag.
De avond gaat niet over, onzichtbaar verandert hij in nacht. Sluit gordijnen, brengt een glas water, geeft een kruisje of een zoen. En trekt zich toe.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Hoe we de schaduw maar verstoppen
om beter bij sterren te passen
We meten onze binnenkant
als hoeveel water past in plassen
nooit is er dooien of bevriezen
geen scherf die ooit in voeten snijdt
en als we ons gezicht verliezen
draaien we weg zodat dat beeld verdwijnt
Er zijn geen schoenen met een steentje
geen vliegje dat in ogen zit
en nooit een haartje in de boter
geen bolster, alleen blanke pit
Hoe we de schaduw maar verstoppen
hoe graag we ons meer lichtend tonen
om dan te zoeken naar een plek
stil en beschut om in te wonen

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Graphic novel

Tussen de soep en de patatten, de eikelpannenkoeken en de paarse dovenetels, mijn boekhouding en correcties, werk ik aan een graphic novel. Het is een nieuwe wereld voor me, en het voelt goed.

Hoewel het me al vaak aangeraden werd om iets stripachtig te maken, nam ik dat advies nooit ter harte. Tot ik zelf een opening zag, een begin. Daarna moest ik alleen maar verder doen.

Het krijgt volume, ik werk met gedrevenheid. Nu, rest me nog het verkennen van een heel landschap. Wie speelt er allemaal in het veld van de graphic novel? Ik ontdek boeiend werk en voel dat er nog zoveel te ontdekken valt.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Adem me

Adem me en voel me
hoe ik sneller in de ochtend ben
na vertraging van de nacht
Neem me in je deining mee
want onzichtbaar en onmisbaar,
doe ik leven of versmacht
Adem zonder me te voelen
voel me toch dichtbij
mis me als ik ijl word
maar verlang niet zo
naar mij

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Het verteltempo in een verhaal

Bij beginnende schrijvers merk ik vaak dat het verteltempo in hun verhalen kabbelt.
Dat maakt dat het verhaal na een tijdje wat saai wordt voor de lezer.
Vreemd is dat niet omdat eerste versies die je schrijft vaak op papier gezet worden zoals ze bij je opkomen. Maar daarna zou er een fase van herwerking moeten komen, waarin je op verschillende aspecten gaat letten: op de taal, op de gerichtheid naar je doelpubliek, op de uitwerking van de personages,… en op het verteltempo.
Omdat ik merk dat het soms moeilijk is om hiermee aan de slag te gaan, probeer ik het even uit te leggen in een korte video.

 

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Schrijven voor een halfvolle zaal

Is het al moeilijk voor een schrijver om een podium te vinden, dan is het ook nog eens geen evidentie om een publiek te vinden. Schrijvers die voorlezen voor volle zalen, het is een zeldzaamheid.

Van de schrijver vraagt het moed om de veiligheid van zijn schrijfcocon te verlaten. In eerste instantie om zijn schrijven te laten lezen. Daarna nog eens om gehoord en gezien te worden.

Bijna zou hij opluchting voelen bij het zien van al die lege plaatsen in een niet al te grote zaal. Desalniettemin, het vraagt moed, die plek op dat podium. En liever had hij, uiteindelijk toch, gewild dat zijn moed meer mensen kon bereiken. Af en toe.

 

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Dagen waarop je je een slaapzak als huid zou wensen

Dit is er zo een. Zo’n dag waarop zelfs naar het toilet gaan me moeite kost.
Ik zou me willen wikkelen in een slaapzak, in een slaapzak, in een slaapzak (drie dus, om het zeker niet koud te hebben). En dan dromen kweken, mijn hoofd vol, mijn buik en benen vol. En alleen maar bewegen van kop tot teen.

Er zijn mensen die beweren dat je daaraan moet toegeven, dat dat geen luiheid is.
Maar ik weet zeker dat mijn moeder niet zo’n mens was. Zij zou me uit mijn slaapzak jagen, zeggen dat ik een wandeling moet maken, tot aan de eerste boom en terug. En soep voor de vitaminen, en anders een paar stampen tegen mijn gat.

Mijn moeder had meestal gelijk, zoals dat gaat met moeders.
Dus maak ik een ommetje en ik eet soep. Ik teken wat, ik schrijf wat, ik speel piano en ik borstel de kamer. Niet veel, maar mijn moeder zou het genoeg vinden. Omdat er van die dagen zijn.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS